Terugblik 2021

Een jaar om (niet) snel te vergeten én wat ervaringen uit het verleden ons leren

In ons vorige kwartaalbericht hebben we aandacht besteed aan seizoenspatronen op de financiële markten. Uiteraard hebben we toen geen garanties kunnen bieden. Maar een goede lezer had er wel zijn voordeel mee gedaan. Ook aan het eind van 2021 zouden we lessen kunnen trekken uit het verleden. Maar helaas ook nu weer zonder garanties. We komen hier later in dit bericht op terug.

Het jaar 2021 bracht ons voldoende bijzonderheden om de belegger over te informeren. Het was een atypisch beursjaar, zoals het dat eigenlijk altijd is. Er is geen beursjaar hetzelfde, al zijn er altijd wel overeenkomsten te vinden. De grootste overeenkomst is vaak de uitkomst.

Het afgelopen beleggingsjaar stond in het teken van Corona, grondstoffentekorten, oplopende inflatie en de verkrappende economische maatregelen van de Chinese overheid. Stuk voor stuk “voorbijgaande” fenomenen die als waan van de dag voor de nodige volatiliteit zorgden. Daarnaast hadden we nog steeds te maken met de groei van de mondiale economie, aanhoudende winstgevendheid van bedrijven en overtollige liquiditeiten. En voor de echt lange termijn belegger was het vooral zinvol om de potentie en risico’s van demografische ontwikkelingen en digitalisering niet te onderschatten.

Helaas was aan het eind van het jaar Corona nog altijd hét onderwerp van discussie in de media en het dagelijkse leven. In het laatste kwartaal werden we geconfronteerd met een Zuid-Afrikaanse variant, omikron. Ook deze keer zette de ontdekking van het virus met name de aandelenmarkten voor korte tijd in vuur en vlam waarna de aandelenkoersen de opgaande beweging vervolgden. In het laatste kwartaal bleven ook de prijzen van de meeste grondstoffen verder oplopen. Dat had niet alleen te maken met een aantrekkende vraag maar ook met de aanhoudende beperkingen in het transport. Door deze verstoringen in de leveranciersketen en de stijging van arbeidskosten, stegen ook de prijzen van halffabricaten en eindproducten. En zo zagen we in het laatste kwartaal de inflatie naar recordhoogtes stijgen. Deze waardedaling van geld zette overheden en centrale bankiers er toe aan het monetaire beleid aan te passen.

De Chinese overheid zorgde in 2021, op hun eigen wijze, al voor een verkrapping van de economische groei. En daar kwam de voorgenomen verkrapping van de FED en ECB bij. In het laatste kwartaal hadden met name deze “Chinese” maatregelen invloed op het sentiment van de belegger. Zo werd de berichtgeving rondom de ontmanteling van vastgoedgigant Evergrande op de voet gevolgd door beleggers.

Maar gelukkig voor investeerders woog het feit dat er sprake is van een aanhoudende bovenmatige wereldwijde economische groei zwaarder dan de eerder genoemde actualiteiten. De te verwachten groei is gedurende het laatste kwartaal naar beneden bijgesteld. Redenen voor deze bijstelling waren gebrek aan grondstoffen, beperkte arbeidscapaciteit en onzekerheden rondom Corona. Desalniettemin heeft het gemiddelde beursgenoteerde bedrijf de gerealiseerde winsten gedurende het jaar flink zien oplopen.

Tot slot zouden we het jaar 2021 kunnen typeren als het jaar van de overtollige liquiditeit. Door alle stimulerende maatregelen van centrale banken en overheden is de totale geldhoeveelheid in de wereld de afgelopen jaren sterk toegenomen. In de V.S. is de geldhoeveelheid met 47% toegenomen in de afgelopen 3 jaar. De rentevergoeding op spaarrekeningen is in het afgelopen jaar alleen maar verlaagd en/of beperkt. Een substantieel deel van de liquiditeiten zocht een weg naar positief renderende alternatieven op de financiële markten.

Zoals altijd hebben we in deze terugblik ook de aandacht voor de inkoopmanagersindices (PMI’s) van de industrie. Deze maandelijkse enquête onder inkoopmanagers geeft namelijk een aardig beeld van wat ons economisch te wachten staat. Ondanks het feit dat de economie en de financiële markten niet hetzelfde zijn, krijgen we zo toch enig houvast. We zagen dat de PMI’s in de V.S. (57,7) en de Eurozone (58,0) nog steeds op relatief hoge niveaus noteerden. En in China zagen we een neutrale houding, ondanks Evergrande, verbeteren naar licht positief (50,9). De Chinese samengestelde index gaf zelfs nog een iets positiever (53,0) beeld. Dit kwam omdat met name de dienstensector daar het afgelopen kwartaal verbeterde. Aangezien in de komende jaren circa 90% van de wereldwijde consumptieve groei uit Azië komt was dit een aardige opsteker. Zeker gezien het feit dat consumptie in veel landen 60 tot 80% van het Bruto Binnenlands Product uitmaakt.

Aandelen
Het afgelopen jaar was een topjaar voor aandelen. Er werd zelfs al regelmatig gesproken over irrationele uitbundigheid. Een gemiddelde wereldwijde koersstijging van meer dan 30% (in Euro) en circa 70 keer een nieuw hoogtepunt in de V.S. verklaarden deze uitspraken. Hierbij plaatsen we de kanttekening dat er inderdaad sectoren waren die wel erg op de muziek vooruit liepen. En ja, in met name de V.S. zijn koersen het afgelopen jaar hard opgelopen. Maar daar staat tegenover dat de winsten van beursgenoteerde bedrijven in het afgelopen jaar nog harder zijn gestegen. Dit zorgde voor een lagere waardering van aandelen. De gemiddelde koers/winst verhouding van bijvoorbeeld de AEX is het afgelopen jaar gedaald van 20 in januari naar 16 in december. Hierbij is het verschil tussen de K/W verhouding in de V.S. en de Eurozone opgelopen naar circa 40%. Met name Europese aandelen zijn op basis van deze waarderingsmaatstaf dus niet zo duur als ze lijken. China was de grote achterblijver in het afgelopen jaar. Verkrappende maatregelen in 2021 waren daar de reden voor. Chinese aandelen zijn overigens nog nauwelijks opgenomen in de wereldwijde index. In de index van opkomende markten (zie pagina 1) zijn ze wel prominent vertegenwoordigd.

Obligaties
In 2021 is voor het eerst in jaren de kapitaalmarktrente opgelopen. Echter, over het afgelopen kwartaal én halfjaar is er per saldo niet veel meer veranderd in de 10-jaarsrentes van de Eurozone en V.S. Beleggers in standaard obligaties waren de verliezers in het afgelopen jaar. Het afgelopen kwartaal hebben de FED en ECB aangekondigd dat het beleid ten aanzien van de opkoopprogramma’s verandert. Ze zullen deze programma’s in de komende maanden versneld gaan afbouwen. Dit betekent dat er grote kopers uit de markt verdwijnen. Dit zou tot een verdere stijging van de kapitaalmarktrentes kunnen leiden. Dit maakt voor de langere termijn obligaties weer aantrekkelijker voor beleggers. De 10-jaarsrente stond aan het eind van het jaar in Duitsland op -0,2%. En op 1,5% in de V.S. en 2,8% in China. De markt prijsde aan het eind van het jaar voor de korte beleidsrente 1 renteverhoging in Europa en 3 renteverhoging in de V.S. in voor het jaar 2022.

Valuta
Het afgelopen jaar was er een duidelijk verband tussen de onderlinge waarde van valuta en de hoogte van de rente in de diverse regio’s te constateren. De waarde van de Euro is in 2021 verzwakt ten opzichte van de waarde van de US Dollar. De US Dollar is weer verzwakt ten opzichte van de Chinese Yuan Renminbi. Analisten houden rekening met een verdere stijging van de dollarwaarde ten opzichte van de Euro. Dit zou dan het gevolg zijn van de aangekondigde drastischere economische verkrapping in de V.S. Een zwakkere Europese munt betekent duurdere importen, zeker als het gaat om grondstoffen. Deze worden meestal in dollars verhandeld. Op deze wijze importeert Europa inflatie vanuit de V.S. en China. Dit leidt dan naar verwachting weer tot hogere rentes in Europa en zo maken we de cirkel rond. De waarde van de Euro en de US Dollar is per saldo bijna niets veranderd sinds de Coronapandemie (1 januari 2020) uitbrak. Conclusie: valuta (currency) dienen vooral als (betaal)middel maar creëren zelf geen waarde.

Vastgoed
Beleggers in vastgoed hebben in 2021 een goed jaar gehad. Mits ze het idiosyncratische risico hadden uitgesloten. Zo had de vastgoed belegger in residentieel en industrieel onroerend goed waarschijnlijk een beter jaar dan de belegger in retail onroerend goed. Door goed gespreid te beleggen in diverse objecten in diverse regio’s had de belegger in beursgenoteerd vastgoed in Europa of wereldwijd rendementen gerealiseerd van respectievelijk circa 15 en 32%. Daarmee werden de negatieve rendementen van 2020 ruimschoots gecompenseerd.

Grondstoffen
De olieprijs steeg met meer dan 50% in 2021! OPEC-landen haalden in het afgelopen jaar nog steeds minder olie uit de grond dan ze vóór de Coronapandemie deden. Nog harder stegen de gasprijzen. Er was ook daar, onder meer door geopolitieke oorzaken, minder aanbod dan in het verleden. Daar stond tegenover dat de vraag naar grondstoffen in het afgelopen jaar, als gevolg van een aantrekkende economie, verder is opgelopen. Deze vraag-aanbod verhouding zorgde voor de hogere prijzen. De hogere prijzen van grondstoffen kwamen aan het eind van het jaar terug in oplopende prijzen van bijna alle producten. Dit werkte inflatie-opdrijvend maar hoeft niet van lange duur te zijn. Vaak komt er meer aanbod als er meer vraag is. Dat zorgt dan weer voor een daling van de prijzen en een daling van, een deel van, de inflatie. In die zin hebben de stijging van de huizenprijzen en de arbeidskosten over het afgelopen jaar waarschijnlijk een langduriger effect op inflatie. In 2021 zijn de prijzen, in US Dollar gemeten, van bijna alle grondstoffen met meer dan 10% gestegen. Uitzonderingen waren edelmetalen als goud en zilver die vaak worden gezien als veilige haven bij een hoge beweeglijkheid op de financiële markten.

Strategie
In het afgelopen kwartaal is er een aantal aanpassingen gedaan in onze vermogensbeheer-portefeuilles. We hebben in diverse profielen een mandje met zeer laag renderende obligaties van financiële instellingen afgebouwd. Ook hebben we in de meest defensieve portefeuilles voor een deel winst genomen op de certificaten van de Rabobank. De koers van deze certificaten stond inmiddels weer op een hoogste niveau ooit. De vrijgevallen middelen hebben we geïnvesteerd in bedrijfsobligaties met een hoger effectief rendement dan de obligaties van financiële instellingen. Daarnaast hebben we het belang in het arbitrage fonds van Mint Tower verder uitgebreid. De portefeuille wordt hiermee minder gevoelig voor een eventueel verder stijgende rente in 2022. Daarnaast hebben we de indextracker op de Amerikaanse Nasdaq vervangen voor zijn duurzamere variant. Hiermee hebben we weer een stap naar een duurzamere portefeuille gezet. Uiteraard hebben we ook vastgehouden aan onze strategie van “rebalancing”. Afgelopen kwartaal hebben we in voorkomende situaties beleggingen die harder zijn opgelopen geruild naar achtergebleven beleggingen. In de meeste profielen betekende dit dat we winst op aandelen gedeeltelijk hebben afgeroomd ten gunste van risicomijdende waarden.

We schreven al eerder dat de actuele stand en beweging van de PMI’s de belegger enig houvast geeft voor de toekomst. Maar tevens zijn de ervaringen uit het verleden het overwegen waard om mee te nemen in de beleggingsbeslissingen. Beursjaren zijn per definitie niet hetzelfde. Maar het resultaat geeft opvallend vaak overeenkomsten. Uit data, die zijn samengesteld door Bloomberg, blijkt dat er na een jaar met een koersstijging van meer dan 25% (2021) een kans van meer dan 75% is dat er een jaar met een koersstijging van meer dan 10% op volgt. De kans op een gemiddelde jaarlijkse stijging van meer dan 10% over de 3 jaar na een jaar met een koersstijging van 25% is zelfs meer dan 90%. Het betreft hier data op basis van de S&P 500 over de afgelopen 40 jaar. Dit is een geruststellende gedachte als men wordt geconfronteerd met afnemende economische groei, het aanstaande einde van de stimulering door centrale banken, een eventuele aanhoudende hogere inflatie en wellicht afnemende koopkracht. Wij houden vast aan onze strategie van spreiding en “rebalancing”. We laten ons niet afleiden door de waan van de dag. We beleggen voor de langere termijn en spelen in op lange termijn trends. We wensen u een heel gezond en voorspoedig 2022 toe.