Terugblik Q2 2024

Momentum

Momentum wordt op “financiëlebegrippen.com” omschreven als een periode waarin een duidelijke beweging is te zien, omhoog dan wel omlaag, van bijvoorbeeld koersen of taxaties. Om maar met de deur in huis te vallen. Het afgelopen kwartaal kenmerkt zich door de verdere stijging van de aandelenkoersen en nieuwe records op een aantal markten. Met name de laatste toevoeging, op een aantal markten, is dan wel van belang. De Europese markt bleef met een fractionele stijging achter bij de rest van de wereld. Over het eerste half jaar ligt het momentum voor de aandelenmarkten dan ook weer vooral in de V.S. en bij de grote beursgenoteerde bedrijven met een duidelijke link naar kunstmatige intelligentie.

Ook een aantal economische thema’s leek momentum te hebben. Zo zien we al een hele tijd, weliswaar gematigde, economische groei. De kans op een eerder nog verwachte recessie wordt onder de huidige economische omstandigheden steeds kleiner. Maar zoals eerder al aangegeven zijn de wereldwijde verschillen erg groot en zijn deze in het afgelopen half jaar weer wat groter geworden. Vooral Duitsland presteert al langere tijd onder de maat. Het onlangs gemeten aantal Duitse fabrieksorders was gedaald naar een niveau dat 25% onder de piek in 2021 lag. Daarmee heeft Duitsland haar status als economisch “powerhouse” inmiddels wel verloren. En dat heeft meer impact op de economieën in Europa dan in de rest van de wereld. Maar vanwege de groei van de industrie in de V.S., het V.K., China en India maakten economen zich daar nauwelijks zorgen over.

Twee andere thema’s die blijvend veel aandacht kregen, waren de renteontwikkeling en inflatie. De inflatie zat nog steeds in een dalende trend. In Europa werd in juni een inflatie van 2,5% en een kerninflatie van 2,9% gemeten. In de V.S. noteerde de PCE, de voorkeursindicator van de FED voor het monetaire beleid, in juni 2,6%. Deze laatste indicator stond vorig jaar nog op 4%. De belangrijkste reden dat de inflatie nog niet naar het, door de centrale bankiers, gewenste niveau van 2% daalde, was de krappe arbeidsmarkt. Er was sprake van een aanhoudende lage werkeloosheid en we hadden te maken met sterke loonstijgingen ten opzichte van het vorige jaar.

We zagen in het afgelopen kwartaal een duidelijk verschil tussen de relatief lage goederen- en relatief hoge diensteninflatie. Een trend die uiteindelijk in het afgelopen kwartaal wel gedeeltelijk is gekeerd is de ontwikkeling van de korte beleidsrente. De ECB heeft voor het eerst sinds 2019 de depositorente met een kwartje verlaagd naar 3,75%. Er kwamen aanwijzingen dat er in de komende periode geen haast wordt gemaakt met verdere renteverlagingen. In de V.S. werd een renteverlaging weer vooruitgeschoven. Dat had alles te maken met het feit dat de economie er beter voorstaat dan een jaar geleden. In zo’n situatie kan je verwachten dat de kapitaalmarktrente verder oploopt. Dit is in beperkte mate ook het geval geweest in het afgelopen kwartaal.

Daarnaast hebben de markten heel veel te maken gehad met (geo)politieke ruis van met name verkiezingen en verkiezingscampagnes. De invloed hiervan op de financiële markten viel over het afgelopen kwartaal eigenlijk wel mee. In Europa is het consumentenvertrouwen zelfs verder toegenomen en noteerde het hoogste niveau sinds februari 2022. Het consumentenvertrouwen in de V.S. is al een tijdje aan het dalen en zakte in het tweede kwartaal nog wat verder weg. Maar stond met een stand van 68,2 in juni nog steeds ongeveer 35% boven het dieptepunt in juni 2022.

In de eerste week van het derde kwartaal verschenen ook weer de cijfers met betrekking tot de inkoopmanagers. Daaruit bleek dat de krimp van de industrie in de Eurozone doorzette en de groei van de dienstensector afnam. Onder diensten vallen onder meer horeca, logistiek en IT-bedrijven. De samengestelde index van industrie en diensten noteerde met een stand van 50,9 nog wel boven de 50. Dit wil zeggen dat inkoopmanagers uitgaan van een groei van de economie voor de komende 6 tot 9 maanden. In China daalde het indexcijfer voor de diensten en steeg de index marginaal voor de industrie. Beide indices noteerden boven de 50. In China drukte met name de vastgoedcrisis op de economie. Overheidsbeleid heeft hier nog onvoldoende invloed op kunnen uitoefenen. En ook in de V.S. was er sprake van groei volgens de samenstellers van S&P Global.

Aandelen
Vooral de grote technologiebedrijven, met een link naar kunstmatige intelligentie, hebben in het tweede kwartaal bijgedragen aan de positieve rendementen. Bij de eerstekwartaalcijfers in april en mei bleek de winst van bedrijven uit de S&P 500 gemiddeld met 5,9% te zijn gestegen. Dit was beter dan verwacht en was voor een groot deel te danken aan de Magnificent 7. Veel aandelenkoersen staan aan het einde van het kwartaal (bijna) op een hoogste niveau. Dit wil echter niet zeggen dat aandelen van beursgenoteerde bedrijven duur zijn. We komen daar later op terug in onze strategie.

Obligaties
De 10-jaarsrente is in het tweede kwartaal, zowel in de V.S. als in Europa, weer wat verder opgelopen in vergelijking met het begin van het jaar. Dit had een negatieve invloed op de koersontwikkeling van staatsleningen in deze regio’s. Deze koersdaling werd voor beleggers in deze leningen over het algemeen (gedeeltelijk) gecompenseerd door de couponrente van deze staatsleningen. Op obligaties die zijn uitgegeven door bedrijven werd, gemiddeld genomen, het koersverlies volledig gecompenseerd door andere factoren die ook een rol spelen bij de waardering en rendementsontwikkeling van leningen. Daardoor hadden de beleggers in bedrijfsleningen over de eerste helft van het jaar toch nog een beperkt positief rendement. Aan het einde van het kwartaal was er nog steeds sprake van een inverse rentecurve. De korte rente was hoger dan de lange rente. Het verschil werd wel iets kleiner. Met een eventuele verdere verlaging van de korte beleidsrente en een aanhoudende economische groei zou de curve wellicht nog wat meer terug kunnen veren naar zijn natuurlijke vorm waarbij de lange rente in principe altijd hoger is dan de korte.

Valuta
De US Dollar heeft ten opzichte van een mandje andere valuta (Dollar Spot Index) in het eerste halfjaar zijn op een na grootste waardestijging sinds 2013 gerealiseerd. De grootste stijging vond plaats in juni vanwege de sterke daling van de Japanse Yen. Deze munt zakte, ondanks interventies van de Bank of Japan, naar haar laagste niveau in de afgelopen 34 (!) jaar. Dichter bij huis is de US Dollar over het laatste kwartaal ten opzichte van de Euro 1% in waarde gestegen. Een (relatief) hogere rente en economische groei in de V.S. zullen hier ongetwijfeld een rol in hebben gespeeld.

Grondstoffen
Zoals zo vaak hebben de prijzen van grondstoffen zich in het afgelopen kwartaal weer van hun volatiele kant laten zien. Aan het einde van het kwartaal werd voor een barrel (159 liter) Brent olie ongeveer 85 US Dollar betaald. Dit was redelijk vergelijkbaar met de stand aan het begin van het kwartaal. Echter, de prijs van Brent heeft in het afgelopen kwartaal ook de 91 en 77 US dollar (5 juni) aangetikt. Ondertussen waren er signalen dat de wereldwijde vraag naar olie deze zomer groter zal zijn dan het aanbod. De vraag naar benzine en kerosine leek aan te trekken. Het aantal boortorens in de V.S. stond aan het einde van het kwartaal op het laagste niveau sinds januari 2022. En in het Midden-Oosten en Rusland was de rust nog lang niet wedergekeerd. De goudprijs is in het afgelopen kwartaal rustig maar gestaag verder opgelopen door met name extra vraag van beleidsmakers uit Aziatische landen. Zij wilden minder afhankelijk zijn van hun (eventueel te bevriezen) US Dollarreserves.

Vastgoed
De gemiddelde prijzen van beursgenoteerd vastgoed zijn in het afgelopen kwartaal verder teruggelopen. Bij Alpha Capital hebben we in de vermogensbeheerportefeuilles (met uitzondering van maatwerkmandaten) om diverse redenen al eerder dit jaar afscheid genomen van specifieke investeringen in deze beleggingscategorie. Wij zagen toen al meer potentie in andere categorieën. Indirect zijn er nog wel geringe belangen in beursgenoteerde vastgoedbeleggingen. Dit is dan via zeer brede indexbeleggingen waarin ook een (beperkt) aantal beursgenoteerde vastgoedaandelen zijn opgenomen.

Strategie
Wij hebben in het afgelopen kwartaal in de vermogensbeheerportefeuilles weer een aantal mutaties doorgevoerd. Dit zijn voornamelijk tactische mutaties in het risicodragende deel van de portefeuilles geweest. We hebben besloten om (voorlopig) onze onderweging in de V.S. te verkleinen en hebben aandelen van Amerikaanse bedrijven gekocht. Motivatie voor de onderweging was altijd de lagere waardering van andere regio’s ten opzichte van de V.S. én het feit dat we Europese beleggers zijn, en in die zin een groter belang hebben bij de ontwikkelingen in Europa en van de Euro, geweest. En om die reden zijn we ook na de mutaties nog steeds, maar minder, onderwogen in de V.S.

De aanpassing van de portefeuilles heeft geresulteerd in de gedeeltelijke afbouw van diverse beleggingen in Europa en van bedrijven met een kleinere marktkapitalisatie, de zogenaamde small-cap aandelen, ten gunste van Amerikaanse bedrijven. Dit betekent zeer nadrukkelijk niet dat wij niet meer geloven in waarde-aandelen. Maar onder de huidige economische omstandigheden en ontwikkelingen met betrekking tot bijvoorbeeld kunstmatige intelligentie verwachten wij “for the time being” de komende periode te kunnen profiteren van deze actuele trend. Het momentum in de markt heeft ons ervan overtuigd dat de portefeuilles op deze wijze beter gepositioneerd zijn.

We schreven eerder al in dit bericht over de hoge koersen en recordstanden in het afgelopen kwartaal. In het vorige bericht haalden we de gunstige omstandigheden en positieve vooruitzichten voor de aandelenmarkten aan. Deze laatste bevindingen en verwachtingen zijn altijd onder bepaalde voorwaarden. En natuurlijk is het zaak om de risico’s nooit uit het oog te verliezen. De omstandigheden bleven ook in het tweede kwartaal gunstig en ondanks de hoge koersen zijn de waarderingen historisch gezien niet zo hoog. Zeker gezien de verwachting dat de beleidsrentes in de toekomst verder zullen worden verlaagd. Ook de statistieken zien er gunstig uit voor het verdere verloop van de rendementen in het lopende jaar. En zelfs een verkiezingsoverwinning van Trump in november lijkt een gelopen race en heeft de markt al voor een groot deel ingeprijsd. Het devies is daarom om, zoals altijd, belegd te blijven in het beleggingsprofiel dat het beste past bij uw financiële situatie en wensen en doelstellingen. Wij danken u weer voor uw vertrouwen en kijken uit naar de komende periode.